Nieuwbouw vleermuiswinterverblijf Moervendonk - Heeswijk-Dinther (2021)
Een voorbeeldproject met allerlei praktische oplossingen voor vleermuizen
Wanneer gebiedseigenaren of particulieren een vleermuiswinterverblijf willen realiseren, geef ik vaak uitgebreid advies. Het is allereerst belangrijk om na te gaan of er überhaupt een kans is dat vleermuizen gebruik zullen maken van het nieuwe verblijf. Daarvoor is kennis nodig van de regio en van de vleermuissoorten die in de directe omgeving voorkomen.
Als het gebied geschikt blijkt én er in de nabije omgeving geen andere winterverblijven aanwezig zijn, kan ik samen met de opdrachtgever een subsidieaanvraag indienen bij de betreffende organisatie(s). Bij dit project waren alle voorwaarden aanwezig. De verwachtingen zijn hoog, mede dankzij de bereidheid van de eigenaar om al mijn bouwkundige adviezen op te nemen in het plan en daadwerkelijk uit te voeren.
Bouwkundige keuzes
Materiaalkeuze
Het liefst hadden we gebruikgemaakt van oude keerwanden. Die zijn duurzaam en dragen bij aan hergebruik van materialen, wat ik erg belangrijk vind. Bovendien zorgen oude materialen vaak voor extra ruwheid en kieren, die ideaal zijn voor vleermuizen. Helaas waren die niet beschikbaar. Daarom is gekozen voor nieuwe betonnen keerwanden. Door slimme toepassing van gemetselde tussenwanden zijn er toch veel wegkruipmogelijkheden ontstaan.
Opbouw van de ruimte
De tussenwanden slingeren door de hele ruimte. Hierdoor ontstaat een langere vliegroute en worden er verschillende klimaatzones gecreëerd. De muren zijn tot het plafond opgetrokken, zodat er weinig luchtstroming is en de ruimtes klimaatstabiel blijven.
De wanden zijn gemetseld met gebakken (bij voorkeur handvorm) metselstenen. Kalkzandsteen, beton, poriso of straatklinkers zijn minder geschikt, omdat deze geen vocht opnemen en afgeven. In de muurtjes zijn veel wegkruipplekken aangebracht, onder andere door (stoot)voegen deels uit te krabben.
Afmetingen van wegkruipplekken
- Breedte: 1,5–2 cm
- Diepte: minimaal 4 cm
- Hoogte: minimaal 6 cm
Het is belangrijk om zoveel mogelijk variatie in te brengen, zonder dat de constructie instabiel wordt. De muren kunnen in meerdere sessies worden opgetrokken. Ook de sterkte van de specie kan variëren.
In dit project is vaak gewerkt met 3 delen zand en 1 deel cement. Op plekken waar minder sterkte nodig was, is 9 delen zand, 1 deel cement en 2 delen kalk gebruikt. Dit blijft zachter en vochtiger, en maakt het mogelijk om later nog voegen uit te krabben.
Plafond en extra voorzieningen
Het plafond bestaat deels uit betonnen Stelconplaten en deels uit gewelfd metselwerk. Dat zorgt voor variatie in hoogtes. Aan de onderzijde van de gewelven zijn voegen zo veel mogelijk uitgekrabd, waardoor er extra wegkruipplekken ontstaan.
Ook oude dakpannen zijn gebruikt. Deze zijn opgeruwd met poedertegellijm en aan de bovenzijde afgesloten met specie. Ze zijn bevestigd tegen de betonnen wanden, die vooraf horizontaal zijn opgeruwd met dezelfde lijm.
Klimaat in het winterverblijf
Na afronding zijn muren en plafond afgedekt met dekzand. Dat zorgt voor een stabiel en vochtig binnenklimaat.
- Winter: de temperatuur moet tussen 1 en 10 °C liggen. Het is ideaal als de temperatuur geleidelijk oploopt vanaf de ingang naar het achterste deel van het verblijf.
- Zomer: het verblijf blijft koel, rond 5 tot 15 °C.
Het winterverblijf kan het hele jaar door worden gebruikt, maar het drukst is het vanaf de nazomer. Dan wordt er gezwermd bij het verblijf en vindt er vaak paring plaats.
Het verblijf mag maar één keer per jaar worden betreden, door specialisten met ontheffing, om een wintertelling uit te voeren. Zodra er vleermuizen zijn vastgesteld, krijgt het verblijf een officiële beschermde status.
Onderzoek en monitoring
Sinds 23 mei 2022 nemen we deel aan een onderzoek van de Universiteit van Greifswald (Duitsland). Bij de invliegopening is een elektronisch telraam geplaatst dat alle in- en uitvliegbewegingen registreert. Tegelijk wordt bij binnenkomst een foto gemaakt. Zo kunnen we vastleggen welke soorten, en hoeveel exemplaren, gebruik maken van het verblijf.
De universiteit monitort al ruim 200 winterverblijven in Duitsland, maar dit was het eerste nieuwe verblijf dat vanaf de start gevolgd kon worden. In de nacht van 30 op 31 mei 2022 hadden we al de eerste bezoeker: een gewone grootoorvleermuis.
(teloverzicht winter bij onderstaande foto's)
Kijk in alle projecten om alle daarin gedeelde tips&tricks te lezen voor het beste resultaat!


















































